Summary – Obama Administration Positions in the Aftermath of the Supreme Court’s Rejection of the Bush Administration’s Detention Policies at Guantamo

The four Supreme Court cases culminating in the 2008 decision in Boumediene v. Bush are a watershed in American jurisprudence as to the separation of powers and vitality of the writ of habeas corpus. The context was the status of persons captured primarily in the US invasions of Afghanistan and Iraq and held at Guantanamo Bay, Cuba. Guantanamo was chosen by the Bush administration in the belief that the writ of habeas corpus could not reach outside the United States. The administration further maintained that the Executive had plenary power over the conduct of war, including capture and treatment of those whom it considered to be “enemy combatants”.
The Supreme Court decisions reflected caution in the exercise of judicial review, but proceeded, in decision after decision, to limit or reject the administration’s positions. The government’s sovereignty-based test for habeas corpus was replaced by a pragmatic case-by-case approach. Further, the Court looked to a full range of sources for the standards to be applied by a court on habeas corpus, recognizing the references in American law to the Geneva Conventions and international law. Thus the Boumediene line of cases strengthened the legal basis for limits on the power of the American government to detain alleged enemy combatants, expanded the availability of the writ of habeas corpus to challenge detention, and affirmed the applicability of the international law of armed conflict. There are still many unanswered
There are still many unanswered questions. The application of habeas corpus to detainees held indefinitely who are legal residents of the U.S., held at Guantanamo, or held outside the U.S. are pending in the courts and raise significant issues of constitutional and international law. The decision of the Obama administration to continue a number of the measures of the Bush administration, including military commissions, indefinite detention, and secret prisons abroad, raise, despite increased procedural safeguards, the same kind of legal and constitutional objections that the Boumediene cases asserted against Bush policies. Finally, the Obama administration’s struggle to close Guantanamo, with its attendant problems of release of detainees into the U.S., trial of certain detainees in civilian courts, and trial of others before military commissions, pose difficult political and legal issues that will have to be resolved.

Résumé – Les positions de l’administration Obama suite au rejet par la cour suprême, des politiques de l’administration Bush en matière de détention à Guantanamo.

Les quatre décisions de la cour suprême dont l’arrêt culminant Boumediene v. Bush en 2008, ont été un tournant dans la jurisprudence américaine quant à la séparation des pouvoirs et la vitalité du bref d’habeas corpus. Le contexte était celui du statut des personnes capturées et détenues dans la Baie de Guantanamo à Cuba suite aux invasions américaines en Afghanistan et en Irak. L’administration Bush opta pour Guantanamo croyant qu’un bref d’habeas corpus ne pouvait pas s’appliquer à l’extérieur des Etats-Unis (USA). L’administration soutenait également que l’exécutif avait un pouvoir entier sur la conduite d’une guerre, incluant la capture et le traitement de ceux qui étaient considérés être des ‘‘combattants ennemis’’.
Les décisions de la cour suprême sont le reflet d’une approche prudente de l’exercice du pouvoir de révision judiciaire bien que, d’une décision à l’autre, la cour s’est mise à limiter ou rejeter les positions de l’administration. Le test gouvernemental pour accorder un habeas corpus, basé sur l’idée de souveraineté, fut remplacé par une approche pragmatique au cas par cas. La cour a également examiné un vaste éventail de sources afin de déterminer les normes applicables en matière d’habeas corpus, prenant note des références dans le droit américain du droit international dont les conventions de Genève. Ainsi donc, les arrêts dans la lignée de la décision Boumediene ont renforcé la base légale limitant le pouvoir du gouvernement américain de détenir des combattants ennemis présumés. Ils ont aussi réaffirmé l’applicabilité du droit international des conflits armé et rendu les brefs d’habeas corpus plus facilement disponibles pour défier une détention.
Beaucoup de questions sont toujours sans réponses. Les demandes d’habeas corpus d’individus détenus indéfiniment et ayant le droit de résider aux USA ou ceux qui sont détenus à Guantanamo ou à l’extérieur des USA et qui sont toujours pendantes devant les cours, soulèvent des questions importantes en droit international et en droit constitutionnel. La décision de l’administration Obama de continuer d’appliquer un nombre de décisions de l’administration Bush, dont les commissions militaires, la détention indéfinie et les prisons secrètes à l’étranger, soulève et cela en dépit d’une augmentation des protections procédurales, le même type d’objections légales et constitutionnelles que l’arrêt Boumediene a présentées contre les politiques Bush. Enfin, le combat de l’administration Obama pour fermer Guantanamo, ainsi que les problèmes sous-jacents reliés à la libération aux USA de détenus et au procès de certains d’entre eux devant soit un tribunal civil ou les commissions militaires, soulèvent des questions politiques et légales qui devront tôt ou tard être solutionnées.

Samenvatting – Standpunten van administratie Obama in de nasleep van de verwerping door de Supreme Court van de detentiepolitiek in Guantanamo van de administratie Bush

De vier zaken voor de Supreme Court die uitmondden in de beslissing van 2008 in Boumediene v. Bush zijn een keerpunt in de Amerikaanse rechtspraak over de scheiding der machten en de vitaliteit van het bevel tot voorgeleiding van een gevangene (‘writ of habeas corpus’). De context was de status van personen die in Guantanamo Bay (Cuba) werden vastgehouden en overwegend waren gevangen genomen tijdens de Amerikaanse invasies van Afganistan en Irak. Guantanamo werd door de administration Bush gekozen in de overtuiging dat het bevel tot voorgeleiding van een gevangene niet tot buiten de VS reikte. Deze administratie stelde voorts dat de uitvoerende macht de volledige bevoegdheid had over het voeren van oorlog, inclusief het gevangen nemen en behandelen van diegenen die zij als vijandige strijders (“enemy combatants”) beschouwde.
De beslissingen van de Supreme Court getuigen van een voorzichtigheid bij het uitoefenen van rechterlijke toetsing maar gingen niettemin beslissing na beslissing door met het inperken of verwerpen van de posities van de administratie. De op soevereiniteit gebaseerde test voor habeas corpus van de regering werd vervangen door een pragmatische aanpak van geval tot geval. Bovendien keek het Hof naar een volledige waaier aan bronnen voor de standaarden die een rechtbank moet toepassen inzake habeas corpus en erkende het de verwijzingen in het Amerikaanse recht naar de Conventies van Genève en het internationaal recht. Zo versterkte de Boumediene reeks van zaken de rechtsgrond voor beperkingen van de bevoegdheid van de Amerikaanse regering om vermeende ‘enemy combatants’ vast te houden, breidde zij de beschikbaarheid uit van het bevel tot voorgeleiding van een gevangene om detentie aan te vechten en bevestigde zij de toepasselijkheid van het internationaal recht der gewapende conflicten.
Er zijn nog steeds vele onbeantwoorde vragen. De toepassing van habeas corpus op voor onbepaalde tijd vastgehouden gedetineerden die legale inwoners zijn van de VS, in Guantanamo, of buiten de VS, is hangende voor de rechtbanken en doet belangrijke vragen rijzen van grondwettelijk en internationaal recht. Tegen de beslissing van de administratie Obama om een aantal maatregelen van de administratie Bush verder te zetten, inclusief militaire commissies, detentie voor onbepaalde duur en geheime gevangenissen in het buitenland, kunnen, ondanks versterkte procedurele waarborgen, hetzelfde soort juridische en grondwettelijke bezwaren worden ingeroepen die de Boumediene zaken deden gelden tegen het beleid van Bush. Tot slot geeft de strijd van de administratie Obama om Guantanamo te sluiten, met de daarmee gepaard gaande problemen inzake vrijlating van gedetineerden naar/in de VS en het berechten van bepaalde gedetineerden door burgerrechtbanken en van anderen door militaire commissies, aanleiding tot moeilijke politieke en juridische vraagstukken die zullen moeten worden opgelost.

Zusammenfassung – Standpunkte der Regierung Obama infolge der Abweisung durch den Supreme Court der Haftpolitik der Regierung Bush in Guantanamo

Die Serie von vier Verfahren vor dem Supreme Court, die 2008 in das Urteil in Boumediene v. Bush mündete, bildet einen Wendepunkt in der amerikanischen Rechtsprechung hinsichtlich der Gewaltenteilung und der Vitalität des Habeas-Corpus-Grundsatzes. Den Kontext bildeten das Statut der hauptsächlich im Laufe der US-Invasionen von Afghanistan und Irak festgenommenen und in Guantanamo Bay (Kuba) festgehaltenen Personen. Guantanamo wurde von der Regierung Bush gewählt, in der Überzeugung, dass der Habeas-Corpus-Grundsatz nicht außerhalb der Vereinigten Staaten reichte. Zudem beharrte die Regierung darauf, dass die ausführende Staatsgewalt die unumschränkte Zuständigkeit besitzt für die Kriegsführung, die Gefangennahme und Behandlung derjenigen, die sie als feindliche Kämpfer (“enemy combatants”) betrachtete, einbegriffen.
Zwar spiegelten die Urteile des Supreme Courts Vorsicht bei der Ausübung der richterlichen Prüfung wider. Jedoch führten sie Entscheidung für Entscheidung das Einschränken oder Abweisen der Standpunkte der Regierung weiter. Der auf Souveränität beruhende Test für den Habeas-Corpus-Grundsatz der Regierung wurde durch eine pragmatische Fall-zu-Fall-Betrachtung ersetzt. Darüber hinaus zog der Supreme Court eine ganze Reihe von Quellen für die von den Gerichten auf den Habeas-Corpus-Grundsatz anzuwendenden Standards heran. Dabei erkannte dieser die Verweise im amerikanischen Recht auf die Genfer Abkommen und auf das internationale Recht an. So hat diese Boumediene–Verfahrensserie die rechtliche Grundlage für Beschränkungen der Macht der amerikanischen Regierung zur Festhaltung mutmaßlicher feindlicher Kämpfer verstärkt, die Verfügbarkeit des Habeas-Corpus-Grundsatzes, um die Inhaftierung anzufechten, erweitert, und die Anwendbarkeit des internationalen Rechts der bewaffneten Konflikte bestätigt.
Es gibt immer noch viele unbeantwortete Fragen. Die Anwendung des Habeas-Corpus-Grundsatzes auf Individuen mit gültigem Aufenthaltsstatus in den USA, die auf unbestimmte Zeit in Guantanamo oder außerhalb der USA festgehalten werden, ist anhängig vor den Gerichten und wirft wichtige Fragen im Bereich des Verfassungsund internationalen Rechts auf. Gegen die Entscheidung der Regierung Obama, um eine Anzahl Maßnahmen der Regierung Bush, einschließlich der Militärausschüsse, der Haft auf unbestimmte Zeit und geheimer Gefängnisse im Ausland, weiter anzuwenden, können trotz verschärfter verfahrensrechtlicher Schutzvorschriften ähnliche gesetzliche und Verfassungseinwände vorgebracht werden wie jene, die in den Boumediene-Verfahren gegen die Politik von Bush geltend gemacht wurden. Schließlich rufen die Bemühungen der Regierung Obama zur Schließung von Guantanamo, mit den einhergehenden Problemen im Zusammenhang mit der Freilassung von Häftlingen in die USA und dem Prozess bestimmter Häftlinge vor Zivilgerichten und anderer Häftlinge vor Militärausschüssen, schwierige politische und gesetzliche Fragen auf, die gelöst werden sollen.

Riassunto – La Posizione dell’Amministrazione Obama a Seguito della Censura, da parte della Corte Suprema, delle Politiche di Detenzione Adottate dal Governo Bush a Guantanamo

Le sentenze della Corte Suprema, culminate con la decisione del 2008 nel caso Boumediene v. Bush rappresentano uno spartiacque nella giurisprudenza americana, sia per quanto concerne il principio di separazione dei poteri, che la “vitalità” dell’habeas corpus. Il tema è quello dello status degli individui catturati, in via principale, nel corso delle guerre in Iraq e Afghanistan, e detenuti a Guantanamo Bay, Cuba. Guantanamo Bay fu scelta dall’Amministrazione Bush proprio credendo che il diritto all’habeas corpus non trovasse applicazione al di fuori degli Stati Uniti. La medesima Amministrazione ha successivamente sostenuto che l’Esecutivo ha pieni poteri sulla condotta delle ostilità, inclusa la cattura e il trattamento di quanti ritenuti “nemici combattenti”.
Le decisioni della Corte Suprema riflettono una certa cautela nell’esercizio del controllo giurisdizionale sulle decisioni dell’Esecutivo, sebbene esse abbiano, sentenza dopo sentenza, finito per limitare o censurare le posizioni dell’Amministrazione. La tesi del Governo sull’applicazione dell’habeas corpus, basata sul concetto di sovranità, è stata sostituita da un approccio pragmatico, diverso caso per caso. Successivamente, la Corte ha guardato ad una serie di fonti da dove trarre gli standard giuridici che le corti inferiori dovrebbero applicare in tema di habeas corpus, riconoscendo l’esistenza di riferimenti, nel diritto americano, alle Convenzioni di Ginevra e al diritto internazionale. La linea argomentativa seguita nei casi sopracitati ha inoltre rafforzato le basi giuridiche della limitazione dei poteri dell’Amministrazione USA in materia di detenzione di sospetti nemici combattenti, ha esteso il diritto all’habeas corpus nei ricorsi avverso siffatto regime di detenzione, e affermato l’applicabilità del diritto internazionale dei conflitti armati ai casi in questione.
Numerose rimangono tuttavia le questioni in sospeso. L’applicazione dell’habeas corpus ai detenuti in via indefinita che sono legalmente residenti negli Stati Uniti e reclusi a Guantanamo o al di fuori del territorio americano, sono tutt’ora pendenti innanzi le corti federali e sollevano problematiche di diritto internazionale e costituzionale di tutto rilievo. La decisione dell’Amministrazione Obama di dar seguito ad una serie di misure adottate precedentemente dall’Amministrazione Bush, incluse le Commissioni Militari, la detenzione e tempo indefinito e l’uso di prigioni segrete all’estero, provocano, nonostante un aumento delle garanzie a tutela degli imputati, le stesse critiche giuridiche e costituzionali sollevate dalle sentenze della Corte Suprema contro le politiche di Bush nei casi del tipo Boumediene. Da ultimo, la battaglia dell’Amministrazione Obama per chiudere Guantanamo, con i relativi problemi dovuti il rilascio dei detenuti all’interno del territorio statunitense, alla celebrazione di alcuni processi nei tribunali ordinari, e all’imputazione di altri detenuti innanzi le commissioni militari, pongono difficili questioni politiche e giuridiche che dovranno essere risolte quanto prima.

Resumen – Las posiciones de la administración Obama ante el rechazo, por el tribunal supremo, de las políticas de la administración Bush en cuanto a la detención en Guantánamo.

Las cuatro decisiones del tribunal supremo, cuyo el alto fallo Boumediene v. Bush en 2008, han sido un acontecimiento principal en la jurisprudencia americana, en cuanto a la separación de los poderes y a la vitalidad del breve de habeas corpus. Se trata del estatuto de las personas capturadas y detenidas en la prisión de Guantánamo en Cuba después de las invasiones americanas en Afganistán e Irak. La administración Bush optó por Guantánamo pensando que un breve de habeas corpus no podía aplicarse en el extranjero des los Estados unidos (EE.UU.). La administración sostenía también que el ejecutivo tenia un poder entero sobre la conducta de una guerra, incluyendo la captura y el tratamiento de las personas consideradas como “combatientes enemigos”.
Las decisiones del tribunal supremo son el reflejo de una visión prudente del ejercicio del poder de revisión judicial aunque, de una decisión a otra, se ha puesto a limitar o rechazar las posiciones de la administración. El testo del gobierno de otorgar un habeas corpus, basándose sobre la idea de soberanía, fue sustituido por una vista pragmática dependiendo de cada caso. El tribunal estudió también una gran diversidad de fuentes con el fin de determinar las normas aplicables en materia de habeas corpus, tomando nota de las referencias en el derecho americano del derecho internacional cuyos convenios de Ginebra. De esta manera, las sentencias en cuanto a la decisión de Boumediene, reforzaron el fundamento jurídico limitando así el poder del Gobierno americano de tener presuntos combatientes enemigos. Estas sentencias reafirmaron también la aplicabilidad del derecho internacional en los conflictos armados y han devuelto los breves de habeas corpus fácilmente disponibles para desafiar una detención.
Muchas preguntas quedan todavía sin respuestas. Las peticiones de Habeas Corpus sobre las personas detenidas indefinidamente y que tienen el derecho de residir en EE.UU. o aquellos detenidos en Guantánamo o en el extranjero de los EE.UU. siendo siempre pendientes de los tribunales, plantean importantes preguntas en el derecho internacional y constitucional.
La decisión de la administración Obama que consiste a continuar de aplicar un número de decisiones de la administración Bush, tal como los tribunales militares, la detención indefinida así que las prisiones secretas en el extranjero, plantea a pesar de un aumento de las protecciones de los trámites, el mismo tipo de objeciones legales y constitucionales que la sentencia Boumediene contra las políticas de Bush. Por fin, el combate de la administración Obama para cerrar Guantánamo, así que los problemas subyacentes que se refieren a la liberación en los EE.UU. de los presos así que los pleitos de algunos presos delante un tribunal civil o los tribunales militares, plantean problemas políticos y legales que necesitan, pronto o tarde, ser solucionados.